uilengemak

Voor het tekenen in mijn dummie ben ik deze week maar 'teruggevallen' op de oude vertrouwde uil. Omdat ik die zo makkelijk kan tekenen. Hoe dat zo is gekomen weet ik eigenlijk niet. Ze gaan wel steeds meer op elkaar lijken. Maar ik weet nog niet of ik dat erg vind of dat ik er blij mee ben.
Diversiteit is prettig: je ontdekt wat nog uil is en wat niet en omdat het je toepasbaarheid vergroot: voor het ene boek zal de ene soort uil geschikter zijn dan een ander.
Eenheid in stijl is juist weer prettig omdat een uitgever (bijvoorbeeld) dan weet wat hij/ zij krijgt als hij/zij bij mij aanklopt. En ik kan me meer concentreren op de diverse gemoedstoestanden die 1 uil kan uitdragen. Voorlopig nog maar lekker een beetje van alle 2 doen.
Voor een deel komt deze eenheid ook doordat ik steeds hetzelfde materiaal gebruik. Als ik alleen al ander papier zou gebruiken (waardoor de inkt anders gaat vloeien) krijg je al een ander soort uilen.


Bij de tweede pagina ben ik (met name in de rechter bovenhoek) helemaal over de top gegaan. Hierdoor wordt het meer een ontdekplaatje: waar begint de ene uil en eindigd de ander. Als ik ze in was gaan kleuren zou het nattuurlijk een stuk makkelijker geweest zijn om ze uit elkaar te halen. Maar de kijker mag ook wel eens aan het werk worden gezet, TOCH?!












Bij de derde pagina van deze week heb ik voor het eerst een omgeving ingevoegd. Grappig om te zien dat het dan gelijk meer een verhaaltje wordt.

Reacties